Ik ben het boek Ten Oorlog, Een reis langs het front van WOI, van Arnout Hauben en Johanna Spaey aan het lezen. Het boek verscheen naar aanleiding van de negendelige televisiereeks op één waarin Arnout Hauben, Jonas Van Thielen en Mikhael Cops een tocht van 1500 kilometer langs de Europese frontlinie van Nieuwpoort tot Gallipoli in Griekenland afleggen. Volgend jaar is het precies honderd jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog losbarstte.
In die oorlog vochten verschillende nationaliteiten tegen elkaar, wat vaak leidde tot een Babylonische spraakverwarring. Een van de meest aangrijpende momenten uit het boek gaat over de ervaringen van een jonge Amerikaanse vrijwilliger James Harle die als ambulancier in Albanië werkte. In het fragment voert hij een zwaargewond burgermeisje naar het ziekenhuis.
Toen ze bij de dokter aankwamen, bleek dat iedereen een andere taal sprak. Harle begreep hoe ernstig de situatie was en liep meteen de straat op. Hij riep: 'Is there anyone here who speaks English?' En uit het volk dat zich afvroeg wat die gekke Amerikaan wilde, kwam plots een Albanees naar voren die zei dat hij een beetje Engels sprak. 'De dokter stelde zijn vraag in het Frans, ik vertaalde diezelfde vraag in het Engels, de Albanees vertaalde de vraag in het Grieks, het kleine meisje, dat wat Grieks verstond, vertaalde het in het Bulgaars voor haar moeder en via de omgekeerde weg kwam het antwoord van de moeder. (Ten oorlog, p. 185)
Een aangrijpend voorbeeld van tolken in tijden van oorlog ... .
PS Ten oorlog is een echte aanrader!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten